Anrys Pol
Met 60 toneelkringen per seizoen in Vlaanderen en 20 in Nederland die een van zijn toneelstukken spelen is Pol momenteel de meest gespeelde toneelauteur in het amateurtheater in Vlaanderen !
Er zijn minder amateurtoneelverenigingen die de voorbije 20 jaar nog geen stuk van Pol hebben gespeeld dan kringen die dat reeds wel hebben gedaan.
“ Oudere “ titels als “Comme chez Swa” , “Martha en Mathilda” en “Per(r)ongeluk” worden nog vaak gespeeld, maar de fakkel wordt ondertussen vlot doorgegeven aan recentere stukken als “In de Sacoche” en “De kat in de kelder” die momenteel pieken met ieder jaarlijks 15 à 20 kringen die deze stukken op de planken zetten. Andere titels van de hand van Pol zijn “Kuuroord Fontina”, “Wanda’s bonte was”, “Vier op een rij”(Handen Omhoog!), “Te laat”, “O(p)paal”, “De zevende zonde” , “De klokkenluiders”., “Escaperoom en “Op het verkeerde been”. Zijn nieuwste creaties “De tand van Ferdinand” en “Het legaat van nonkel Renaat” lijken eveneens een hit in theaterland te gaan worden.
Als we proberen te ontdekken wat de oorzaak is van zijn succes stuiten we op een artikel van januari 2013 in het tijdschrift van Opendoek waarin staat: “ Het is niet zo moeilijk te achterhalen waarom de stukken van Pol Anrys zo populair zijn bij onze verenigingen. Je raadt het goed, de komedie wint !
Maar vaak gaan we binnen die komedies op zoek naar stukken met een zekere meerwaarde, stukken die de gewone deurenkomedie of de ordinaire billenkletser overstijgen. Pol Anrys slaagt er als geen ander in om zijn intrigekomedies , zoals hij ze zelf noemt, te bevolken met mensen van vlees en bloed. Het zijn geen overdreven typetjes, maar eerder alledaagse mensen die door hun handelingen terechtkomen in voor hen ongewone situaties. Dat maakt het voor zowel regisseur als acteur interessant. “
Een ander handelsmerk van Pol is dat hij zijn stukken steeds in een andere omgeving laat plaatsvinden en als het even kan niet in de doorsnee woonkamer. Ga maar na: … de keuken van een restaurant, een wassalon, een kuuroord, in de hemel, onder spoorwegbruggen, in een oud hotelletje, in een handtassenwinkel, in een kelder, in een klokkentoren, een vliegtuig enz.
Zoals mag blijken met “slechts” 17 volavondstukken op 25 jaar tijd schrijft Pol gemiddeld maar één stuk om de één à twee jaar, wat niet echt veel is. Maar door een heel druk bestaan en het feit dat hij “kwaliteit” wil brengen, wat de nodige tijd vergt, is het schrijven van meer stukken voorlopig niet aan de orde.