Ansoms Lode
Hij zag “het levenslicht,” zoals men dat zo mooi zegt, op 8 januari 1938 in Loenhout, een deelgemeente van Wuustwezel en is veel te vroeg overleden op 29 juni 2010. In de Noorderkempen groeide hij op, en zette er zijn eerste stappen op het podium. Die eerste stapjes waren schuchtere pogingen bij de KSA. Enkele jaren later fladderde hij al rond bij de toneelkring van de fanfare St. Lucia. Daar ontdekte hij “de vrouwen.” T.t.z: de opkomst van de vrouwen in het theater werd er al algemeen aanvaard. In die tijd was hij de trotse bezitter van wat de meisjes noemden “een leuke, bevallige kop.” Hij werd tot “jeune premier” gebombardeerd en dartelde over de scène. Omwille van zijn job (computerprogrammeur bij een grote financiële instelling) verhuisde hij na zijn huwelijk naar Mechelen. Van theater was in het begin geen sprake meer. Eerst wat kindjes kopen (2 meisjes, 2 jongens) en zijn vrouwtje gelukkig maken, zoals van hem werd verwacht. Maar de toneelmicrobe kreeg hem weer te pakken. Hij sloot zich aan bij een Mechelse amateurkring en was weer in de waggel. Ontelbare rollen gespeeld, geregisseerd. Maar ergens in het achterhoofd spookte een duiveltje rond: het schrijversduiveltje.
Voor een bak Duvel (je leest het goed) knutselde hij zijn eerste stuk in elkaar. “Liefde en meloenen” werd het Vlaamse land ingestuurd. Tot zijn grote verbazing werd dat meteen op verscheidene plaatsen opgevoerd. Sindsdien was er geen houden meer aan. Blijspelen, komedies, thrillers en zijn grote liefde “de tragikomedie,” hij probeerde ze allemaal uit. Tot ergernis van zijn kroost liep hij dan rond met een verdwaasde kop. Hij is niet meer van deze wereld. Maar…als hij “zijn mensen” ziet evolueren op de scène en ze doen wat hij hen heeft meegegeven, is hij apetrots dat het hem weer eens is gelukt.