Inhoud van het stuk

Anne is voor stiefmoeder Marie ‘andermans’ kind.

Anne beschuldigt Marie van “stiefmoederlijk” wangedrag.

Anne is de dochter van een arts, die zonet kwam te overlijden. Diens devies was: Een mens is een mens is een mens.

Zijn dood brengt de vier belangrijkste personen in zijn leven bijeen: zijn vrouw Marie, zijn dochter Anne, haar collega Gert, en buurvrouw en minnares Flosje.

Het verhaal komt echt op gang als er tijdens een actie van de ordediensten een vluchteling in het been wordt geschoten en weet te ontkomen. Anne, net als haar vader arts van beroep, treft de zwaargewonde man aan, verzorgt hem maar komt voor een dilemma te staan: doe ik mijn burgerplicht en geef ik hem aan of kies ik voor het beroepsgeheim en geef ik hem niet aan? Ze besluit hem te laten gaan. En het devies van haar vader – een mens is een mens is een mens – indachtig, maakt ze er een strijdpunt van en komt in aanvaring met het gemeen en de overheid.

Gert en Marie kiezen voor zichzelf. Flosje, die veel relaties heeft, stelt Anne hevig teleur.

Anne besluit: … hoe zal het eindigen? Zoals het meisje in mijn droom? De wind tilde haar op, vederlicht als ze was, en smakte haar neer, en de golven overspoelden haar want de zee was baas geworden over de aarde. Ze danst en eindigt als een stervende zwaan.

Verkrijgbaar bij Almo