Inhoud van het stuk

René, suppoost in een historisch museum, voelt zich uitgeblust. Af en toe praat hij tegen de beelden van Claudius, Agrippina, Nero en Maxima de Vestaalse Maagd. Was hij toe maar geboren, zijn leven zou boeiender geweest zijn. De beelden horen zijn verzuchting. Wat zou het leven van hun suppoost boeiender maken? Feesten? Schransen? Of een vrouw? De beelden willen René helpen en ze manifesteren zich in zijn verbeelding. Ans, een leerkracht, wil in Renés zaal een aanschouwelijke les komen geven. De beelden zien in Ans meteen een potentieel lief voor René. Maar er is ook nog een bereidwillige poetsvrouw. Als René de Romeinse paardenrennen illustreert, wil ze zelfs paard spelen. Bij de voorbereidingen en repetities voor de aanschouwelijke les zwaait Ans de plak. Tegen de zin van René laat ze het beeld van Maxima naar de Germaanse zaal afvoeren. En dat terwijl René een beetje verliefd was op ‘zijn ‘ Vestaalse Maagd. Maxima komt evenwel terug, met een verloofde: Bobbelix, de ruige Germaan. En Renés leven wordt met de minuut boeiender…
Decor: de Romeinse zaal in een historisch museum