Inhoud van het stuk

1956. Houtzagerij Alaerts en Zoon probeert een graantje mee te pikken van de groeiende economie. Helaas! De bomen zitten nog vol granaatscherven en stalen kogels van de oorlog. Zaag na zaag gaat naar de filistijnen. Miel, de man zonder ruggengraat, durft de boeren niets aanrekenen. De firma zweeft op de rand van het faillissement. Ouwe Jef kijkt vanuit zijn rolstoel werkloos toe. Maar zijn grote mond marcheert nog. Germaine tracht alles in goede banen te leiden en Linda worstelt met een emotioneel probleem. De kinderen hebben last van de hormonen en gaan op hun manier op zoek naar het geluk. 11 jaar na de bevrijding spookt nog steeds de geest van de doodgeschoten Duitser door het huis. De vete tussen de Alaertsen en die van Van Doninck vertroebelt de sfeer nog meer. Maar er komt een ommekeer. Terwijl Elvis de ene na de andere gouden plaat bijeenscharrelt, staat er een redder op en die komt uit onverwachte hoek. Een stuk met emotievolle, ontroerende momenten en een gezonde dosis humor. Nostalgie naar de tijd van de brede rokjes, witte sokjes en leuke paardenstaartjes, vetkuiven en bakkebaarden.

Uitgegeven bij ALMO