Een mirakel, toch!
Inhoud van het stuk
Korte inhoud:
Komedie in 36 taferelen
Op het podium staat een grote container of houten bak. Ben en Vince, twee jobstudenten, ruimen een huis op. Het is hun laatste dag. ’s Avonds moet alles netjes opgeruimd zijn. Als het publiek binnenkomt, sjouwen de twee jongens meubelen, huisraad… naar de container. Het stuk begint als ze een karretje met literatuur over de scène rijden. Dan merken ze dat er heel wat middeleeuwse teksten bij liggen. Die komen de twee ex-ASO-leerlingen erg bekend voor. Ze hebben al een hele voormiddag gewerkt. De laatste loodjes, boeken en cursussen opruimen, wegen het zwaarst. Maar eerst spreken ze hun lunchpakket aan. Daarna overvalt de slaap ze. En dan begint de middeleeuwse literatuur te leven. Ben en Vince komen in contact met de auteur van ‘Hebban olla vogala…’, met Willem die Madoc maecte, met Mariken van Niemeghen, met Beatrijs, met Gloriant e.a. De twee jongelui zijn er zich van bewust dat de container niet vol geraakt en het huis niet leeg. Voortdurend verschijnen middeleeuwse literaire figuren die de twee hoofdpersonages aan zich binden. In dit stuk, dat overloopt van absurditeiten, gebeurt aan het einde een mirakel. En dat slaat Ben en Vince met verwondering. Een mirakel, toch! beweegt zich op de slappe koord tussen komedie en klucht.
Uitgegeven bij ALMO