Inhoud van het stuk

Zes toeristen bezoeken met een gids een afgelegen verlaten abdij bovenop een berg. Ze komen aan in de klokkentoren van waaruit ze een prachtig zicht hebben op de omgeving. 
En dan slaat het noodlot toe. De deur valt dicht en ze geraken opgesloten in deze oude klokkentoren. Dit lijkt eerst toeval te zijn maar dan gebeuren er vreemde dingen. Wat een ontspannende uitstap moest worden resulteert al gauw in een ware nachtmerrie.
Moeten we geloven in duistere machten of in geesten of iets dergelijks of zit er onder één van hen een koele moordenaar? Om hier levend uit te geraken zullen de overblijvende toeristen moeten samenwerken, maar kunnen ze elkaar nog wel vertrouwen? Wordt het hun laatste uitstap?