Foefoe
Inhoud van het stuk
Ergens in Vlaanderen, 24 oktober 1929. De adellijke familie de la Chienne-de la Chatte resideert in kasteel Foefoe, wat ook de naam is van de bijtgrage Pekinees (hond) van the Godmother, Gravin Georgette de la Chatte. Haar schoonzoon, Cyriel, is bankdirecteur en getrouwd met Louise, de werkschuwe dochter van de gravin. Cyriel plast, tegen betaling, regelmatig naast de pot met de prostituée Claire. De zoon Claude, met meer vrouwelijke dan mannelijke hormonen in zijn lijf en fan van vrouwenkleren, heeft een geheime affaire met het frivole heerschap Javanais. De dochter Antoinette is een ‘bekeerde’ nymfomane die een drastische, nieuwe richting met haar leven uit wil.
De grote beurscrash van 1929 betekent voor de familie, indien zij niet snel geld vinden, het einde van hun rijkeluisleventje. Tot daar het eenvoudige deel van dit verhaal.
Voeg daarbij een consequente maar stijve butler, een meid die liever vrijt dan kuist, een Oostenrijkse kokkin die constant op zoek is naar haar weggelopen gerecht, twee oude rijke zussen van Georgette die op ‘ongewenst’ bezoek gaan komen en de onwelvoeglijke Pekinees Foefoe die het vooral op mannenkuiten heeft staan en door haar onzindelijke gedrag de familiale sfeer moeiteloos onder het nulpunt doet dalen en je krijgt een cocktail van waanzinnige en hilarische familiesituaties die de toeschouwer constant de ene lachbui na de andere zal bezorgen.
Leen dit stuk
Spreekt dit stuk je aan en wil je dit graag uitlenen voor jou toneelgezelschap? Aarzel niet om een mailtje te sturen naar uitleendienst@vta.be.