Inhoud van het stuk

Het stuk speelt zich af in het salon van het kasteel van de adellijke familie Belhamel van Bueren de Beughem Roest van Becquaert. Het is de ouderlijke woning van Leo en Marie, maar was na het overlijden van de ouders, Amedé Lateur en Amandine Solange Marie-Louise Belhamel van Bueren de Beughem Roest van Becquaert, bewoond door nonkel Theo, de ex-man van Cécile, de zus van Amandine. 

De familie komt samen naar aanleiding van het overlijden van nonkel Theo, want de erfenis moet geregeld worden. 

Iedereen gaat er van uit dat er niet veel meer te erven zal vallen, tenzij een hoop schulden. Theo was immers gekend als een flierefluiter en leeghanger, met ‘een gat in zijn hand.’ 

Een betweterige en nogal hovaardige notaris komt de erfenis regelen en uiteenzetten hoe de vork aan de steel zit. 

En dan komen allerlei onverwachte en ongekende familiekwesties naar boven. 

Een verhaal over familievetes, overspel, jaloezie, vooroordelen, façades opbouwen, botsende principes en wedijver naar steeds meer. 

Een verhaal ook vol humor, met woorden zowel als met chaotische en verrassende wendingen, tussendoor dobberend op de hype van de biercultuur. Er wordt immers meer dan één stevig biertje ‘gedegusteerd.’ Met alle gevolgen van dien. 

Verkrijgbaar bij de auteur