Inhoud van het stuk

De baron is overleden. Zijn plotselinge dood – hij overlijdt aan een hartaanval – wordt toegeschreven aan zijn liederlijke levensstijl.
De baron wordt door zijn trouwe knecht opgebaard in de bibliotheek, tevens zijn werkkamer. Er wordt namelijk veel bezoek verwacht.
De familieleden komen op vraag van de notaris naar het kasteel voor het testament van de baron. Zijn enige neef, zoon van de zus van de baron, komt samen met zijn bazige vrouw de erfenis opeisen.
Er zijn kapers op de kust. Enkele weken voor zijn dood kreeg de baron een brief van een vroegere minnares. Zij wilde laten weten dat een verhouding van vijfentwintig jaar geleden niet zonder gevolgen was gebleven. Zij schonk het leven aan een tweeling. Bastaard kinderen dus van de baron. En met voldoende bewijzen hebben ook zij recht op….  Om het verhaal te kruiden, komen er ook nog twee inbrekers, een politie-inspecteur en aan hulpagent aan te pas.

Decor: Werkkamer , bibliotheek van de baron. Rijkelijk interieur.

Uitgegeven bij: Toneelfonds J. Janssens