Inhoud van het stuk

Régine, een 70–jarige weduwe, wil niet de ganse dag alleen zitten. Daarom heeft ze na het overlijden van haar man haar winkel wat afgebouwd, maar niet helemaal stopgezet. Een aantal klanten is haar trouw gebleven. Zo heeft Régine de ganse dag door haar babbeltje. Haar dochters hebben haar de rug toegekeerd, enkel van haar kleindochter heeft ze nog wat genegenheid. Régine geniet van een rustige oude dag. Tot de Rijkskas voor Rust– en Overlevingspensioenen vaststelt, dat Régine de voorbije jaren telkens enkele duizenden franken te veel heeft bijverdiend. Ze moet haar pensioen terugbetalen. Ze neemt dit niet en trekt naar de Arbeidsrechtbank. Van die rustige oude dag blijft er Régine niet veel meer over. Zij is echter niet het type om er de moed bij te verliezen.