Inhoud van het stuk

Naar het boek van Ernest Claes

Jeroom (charcutier) en Benzamien (beenhouwer), twee kleine zelfstandigen in
Molenbeek. Jeroom een begenadigd zanger en Benzamien declameert met
succes. Benzamien voelt dat hij het kalmer aan moet doen en bedenkt dat hij zich
wel een kamer in het chique Pension St Joseph kan veroorloven. Hij weet Jeroom
te overhalen mee te gaan. Ze verzwijgen hun bescheiden afkomst.
Moeder-Overste doet de harten van beide heren sneller slaan. Tijdens de winter
slaat de verveling toe. Ze voelen zich ook niet meer op hun plaats zitten tussen
al dat chique en Franstalig volk. Er komt een grote omwenteling in hun leven als
ze kennismaken met Florenske, de bazin van café “Chez la veuve de Proske”.
Zowel Jeroom als Benzamien staan in vuur in vlam. Uiteindelijk wordt er om haar
gedobbeld. Jeroom wint. Enkele weken later ligt Benzamien op sterven. Hij neemt
op een mooie manier afscheid van iedereen.

Een warmmenselijk verhaal met kleine kantjes.