Inhoud van het stuk

Pol en Vital, twee jonge boeren, wonen samen met hun bazige zuster in het ouderlijk huis. Ze genieten van het boerenleven en gaan op tijd en stond een potje stropen. Liever dat nog dan te stoeien met het vrouwvolk dat er over de vloer komt. Tot hun buurman hen op een dag vraagt of zijn minnares een paar dagen op de boerderij mag logeren. Men stemt toe. De sfeer op de boerderij verandert zienderogen. Het vrouwelijk schoon brengt de hoofden op hol. Door een stevige blunder van Vital drinkt Pol vergif en hij sterft. Maar dan daagt zijn engelbewaarder op. Die brengt Pol weer tot leven op één voorwaarde: dat hij belooft van goede manieren te leren. 

Beschikbaar in de digitale uitleendienst