Nonkel Odiel, God hebbe zijn ziel
Inhoud van het stuk
Odiel, een hoogbejaarde suikernonkel, is overleden. Het laatste jaar van zijn leven, toen men dacht dat hij het niet lang meer zou trekken, werd hij in de watten gelegd door enkele overgebleven familieleden. Het oudje wist echter goed genoeg waar ze op uit waren en was op zijn hoede. Hij deed zich wat “vergeetachtig”, “doof” en “slechtziend” voor. Daarvan profiteerden vooral een paar nichtjes om allerlei min of meer waardevolle spullen mee te graaien. De enige die zich werkelijk gemeend om de man bekommerde was de buurvrouw, een weduwe met een hart als een koekebrood. Zij heeft een dochter Lenny, die haar vaak helpt. De dag van de begrafenis komt de familie na het afscheid op het kerkhof samen in het huis van de overledene voor de koffietafel en ze wachten daar op de notaris en de voorlezing van het testament. Dat is niet gebruikelijk, maar het gebeurt op uitdrukkelijke wens van de overledene. Nonkel Odiel heeft trouwens ook nog andere verrassingen voorzien…
Verkrijgbaar bij de auteur
Personages 10 (kan eventueel verminderd worden naar 9 – zie rol Odiel) M: 4 of 5 V: 5 of 6
Komedie
Leen dit stuk
Spreekt dit stuk je aan en wil je dit graag uitlenen voor jou toneelgezelschap? Aarzel niet om een mailtje te sturen naar uitleendienst@vta.be.