Inhoud van het stuk

In de psychiatrische kliniek van directeur Vertommen heerst nerveuze bedrijvigheid. De tv komt er een reportage maken. Dr. Vertommen is nu op zoek naar een ‘normale zot’ die hij voor de camera een woordje kan laten placeren. Maar hij vindt geen modelexemplaar! Of Nico misschien? Nico die voortdurend als Sinterklaas via de schouw binnenkomt? Of Leo, de door het raam binnenduikende Superman?
Van zijn zoon kan Vertommen niet veel hulp verwachten. Die speelt liever met zijn elektrisch treintje, de secretaresse en de verpleegsters.
Als van de hemel gezonden, komt Lizette opduiken, met Albert, de identieke tweelingbroer van Frank. Ze wil Albert laten opnemen in de psychiatrische kliniek. Albert wil voor psychiater studeren, maar heeft een fobietje. Hij is bang van vrouwen. Telkens hij een vreemde vrouw ontmoet, moet hij niezen.
Dan beginnen de vergissingen. Frank wordt aanzien voor Albert en vice versa. Dank zij Albert zal uiteindelijk een interview met een ‘normale zot’ kunnen doorgaan. Al is het niet altijd duidelijk wie kierewiet is. Het kluwen van verwarringen wordt stilaan ontrafeld en eindigt met een verrassing.