Inhoud van het stuk

In het jaar zestienhonderd en zo veel ligt het schip”De Havik” aan de kade van een kleine havenstad. Matrozen van alle slag melden zich aan om in te schepen. Ze beleven de wildste en vreemdste avonturen. Ze krijgen af te rekenen met een woeste zeestorm en met Cortes, de beruchte Spaanse kaper die hen op volle zee aanvalt. Ze komen echter terecht op een paradijselijk eiland, er gaat een man overboord, er ligt een schat op de bodem van de Javazee en er ontspint zich een gevecht tussen kapers. Uiteindelijk verkiezen ze om zelf piraat te worden, maar wel om de schepen ter hulp te komen die door zeeschuimers worden aangevallen. Maar naast de spanning en de strijd is er ook een beetje romantiek en veel humor.