Van boer tot edelaar en terug
Inhoud van het stuk
Ergens halverwege de 18de eeuw.
Ferdinand Van Vaernewijck en zijn vrouw Elisabeth Van den Berghe wonen, samen met hun dochter Joanna en de zus van Elisabeth, Sofia op het Goed ten Dijcke te Heerbrugge. Ferdinand wil burgemeester worden! Daarvoor zou het handig zijn moest hij officieel tot de adel behoren. Maar adelbrieven,… die moet je verdienen!
Ferdinand is ervan overtuigd dat een aantal daden stellen die een meerwaarde zijn voor de gemeenschap, de oplossing is.
De familie Vander Woestinen – Jacobus, z’n zus Cornelia en haar zoon Petrus – is het slachtoffer geworden van een inval van het Franse leger van Louis XV. Hierbij werd hun woning van ’t Goed ter Woestinen te Langeveld, een buurgemeente van Heerbrugge, volledig vernield.
Dit komt Ferdinand goed uit. Hij is bereid hen onderdak te geven. Hij denkt immers dat, met een daad van liefdadigheid hij reeds goed zou kunnen scoren om aan die adelbrieven te geraken. Ferdinand schakelt baron Van Zuylen de Kessel de Heerbrugge in. Als hij aan de baron kan bewijzen welke goede daden hij heeft gesteld, kan deze dan hopelijk bij de Graaf van Vlaanderen gaan pleiten om hem die adelbrieven te bezorgen.
Maar zal Ferdinand in zijn opzet slagen?
Valt de baron voor de gladde praatjes van Ferdinand?
En laat de familie Vander Woestinen zich zomaar voor de kar van Ferdinand spannen?
Verkrijgbaar bij de auteur
Leen dit stuk
Spreekt dit stuk je aan en wil je dit graag uitlenen voor jou toneelgezelschap? Aarzel niet om een mailtje te sturen naar uitleendienst@vta.be.